De derde ZorgStage vond plaats bij Rosa Manus. In één ochtend kreeg ik hier in een stoomcursus alle facetten van de organisatie te zien. Ik sprak het bestuur en het management, een intaker, een hulpverlener, kinderhulpverlener en de kinderjuf. Ik heb bijzonder veel geleerd over de hulp aan deze speciale doelgroep: vrouwen en kinderen die te maken hebben met huiselijk geweld. De belangrijkste les: stop huiselijk geweld al bij het kind, voordat het een gedragspatroon wordt!

Opschalen, afschalen.

Het mooiste aan de zorgstages is natuurlijk dat vaktermen ineens heel tastbaar worden. ‘Opschalen en afschalen’ bijvoorbeeld: wat moet je daar precies mee? Wat ik leerde van de bestuurder en de manager van Rosa Manus, is dat in de hulpverlening bij huiselijk geweld continu wordt ‘opgeschaald en afgeschaald’. In een gezin waarin structureel geweld voorkomt, wordt dit geweld helaas ervaren als ‘de normale gang van zaken’. 

De hulpverleners van Rosa Manus, die vaak hulp verlenen bij gezinnen thuis , proberen het geweld te stoppen in het gezin. Vervolgens wordt de zorg zoveel mogelijk neergelegd bij het meer laagdrempelige Jeugd en Gezinsteam (JGT). Dat is het ‘afschalen’. Zij gaan aan de slag met zaken als financiële hulp, opvoedhulp, vaak in samenwerking met professionals in de psychische hulpverlening. Er wordt gewerkt aan doelen voor het gezin. Mocht het geweld echter weer starten, dan roept het JGT Rosa Manus weer in: het zogenaamde ‘opschalen’. De kunst is om duurzaam af te schalen: ervoor te zorgen dat een gezin geen geweld meer mee hoeft te maken en veilig is. 

Draaideur cliënten en overdacht naar volgende generaties

Wat ik leerde van de intaker, was dat een deel van de cliënten na verloop van tijd weer terugkomt. Geweld kan ‘normaal’ zijn in een gezin, maar ook in het leven van individuen kan het een patroon worden. Dit zie je nog vaker bij volwassenen die als kind ook te maken hebben gehad met huiselijk geweld. Het geweld sijpelt door naar volgende generaties. Het wordt als het ware een vast gedragspatroon. 

 

Hulpverlening op alle mogelijke manieren

Als de hulp van Rosa Manus bij mensen thuis niet voldoende blijkt en de veiligheid direct in het gedrang is, kunnen vrouwen en kinderen terecht in de vrouwenopvang zelf. Hier wordt gewerkt aan hulpverlening voor de vrouw en kinderen.  De begeleiding is gericht op het bieden van duurzame veiligheid en het duurzaam stoppen van huiselijk geweld. Aan kinderen wordt ook direct intensieve hulpverlening geboden. Zij krijgen de ruimte en veiligheid om te praten over hun ervaringen thuis, en krijgen waar nodig psychische hulp aangeboden. Ook wordt het contact met de vader na drie dagen al opgestart, indien dit veilig is. De kinderen krijgen ook direct les van de kinderjuf, en na verloop van tijd kunnen ze ook op een school in de buurt terecht. Door flink in te zetten op hulpverlening aan het kind, hoopt Rosa Manus de overdracht van geweld op deze jonge generatie direct te stoppen. 

Wat ga ik hiermee doen? 

De inzichten van deze stage ga ik zeker gebruiken in het raadswerk. Het is mij nog eens heel duidelijk geworden waarom de hulp aan gezinnen die het moeilijk hebben en waarbij sprake is van onveiligheid zo belangrijk is. Om huiselijk geweld duurzaam te stoppen, moeten we zo vroeg mogelijk beginnen: bij het kind!