Na de Wmo en de Jeugdzorg buigt de Leidse gemeenteraad zich deze weken over de derde en laatste decentralisatie: de Participatiewet. Vanaf 1 januari komend jaar vinden grote hervormingen plaats op het gebied van de bijstand, de Wajong en de sociale werkplekken. Deze komen onder één wet te vallen, de zogenoemde Participatiewet. Het doel van het kabinet met deze decentralisatie is te kijken naar wat mensen wél kunnen, in plaats van niet. En daar hangt mee samen dat vanaf 1 januari meer mensen die een uitkering hebben naar regulier werk begeleid moeten worden. Voor dit alles worden de gemeenten verantwoordelijk.

GroenLinks ziet ook graag dat zoveel mogelijk mensen participeren en bijdragen aan de stad en de samenleving. Betaald werk is daarbij één van de belangrijke opties. Mensen ondersteunen om weer op eigen kracht hun inkomen te verdienen. Op eigen benen te staan. Dan moeten mensen wel de kans krijgen om échte banen te vervullen, met goedbetaald loon en de kans tot verdere arbeidsontplooiing. Een motie van GroenLinks om dit te bereiken is afgelopen raadsvergadering met een grote meerderheid aangenomen.

Met de nieuwe participatiewet komt er ook een breed scala aan nieuwe middelen beschikbaar om mensen met een uitkering beter en meer op maat naar werk te begeleiden. Zo zijn daar bijvoorbeeld de loonkosten- en opstapsubsidie. Kort gezegd: subsidies van de gemeente aan werkgevers om gezamenlijk de loonkosten te dekken van mensen die met begeleiding terugkeren op de arbeidsmarkt. Wat GroenLinks Leiden betreft is dit een schitterend instrument om participatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te bevorderen. Centraal staat namelijk de samenwerking tussen werkgevers, overheid en cliënten om op maat mensen met een uitkering te begeleiden naar de arbeidsmarkt.

Er zijn gelukkig een hoop werkgevers die met goede voornemens mee willen helpen van de Participatiewet een succes te maken. Bijvoorbeeld door mensen met afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Voor GroenLinks is het dan wel belangrijk dat duurzame arbeidsplaatsing het uitgangspunt is bij het verstrekken van deze loonkosten- en opstapsubsidie. Oftewel: dat de subsidies zo ingezet worden, dan mensen voor een langere tijd bij een bedrijf of de overheid in dienst kunnen zijn en niet na afloop van de subsidie ontslagen worden, omdat ze te duur geworden zijn. Daarom dienden we samen met ChristenUnie, SP en PvdA een motie in die van duurzame arbeidsplaatsing het uitgangspunt maakt bij het verstrekken van deze subsidies. Daarnaast roept de motie het college op om de komende jaren te monitoren in hoeverre deze subsidies ook werkelijk tot duurzame arbeidsplaatsing hebben geleid.

Tot ons genoegen werd de motie met overgrote meerderheid aangenomen door de raad.
Wil je weten wat er precies in staat? Lees dan de motie hier: Motie Subsidies voor duurzame arbeidsplaatsing