Na zijn Kamerlidmaatschap werd Mohamed Rabbae in 2002 wethouder namens GroenLinks in het College van PvdA, VVD, GroenLinks en D66. Als eerste Leidse wethouder, onder de nieuwe regels van het dualisme, kwam Rabbae van buiten de gemeenteraad. Hij volgde, de vlak voor de verkiezingen afgetreden wethouder, Jan Laurier op.
In 2003 moet Rabbae drie maanden met ziekteverlof vanwege een hartoperatie. Bij zijn terugkeer in 2004 trad hij, op de eerste werkdag na zijn verlof, helaas af vanwege voortdurende problemen bij DZB. Hoewel Rabbae deze problematiek als wethouder had geërfd, was hij wel politiek verantwoordelijk.
Over zijn aftreden is hij in het Leidsch Dagblad van 1 april helder: "In mijn tijd in de Tweede Kamer heb ik altijd gestreden tegen de 'sorry-cultuur' van politici die fouten maken en toch blijven vastplakken aan het pluche. Ik moet consequent blijven ook wanneer het mijzelf betreft." Voormalig Eerste Kamerlid Wim de Boer volgt Rabbae in 2004 als wethouder op.
Vluchteling, Kamerlid, wethouder
Mohamed Rabbae vlucht in 1966 als student filosofie uit Marokko uit angst voor vervolging vanwege zijn kritiek op de Marokkaanse koning Hassan II. In Amsterdam studeert hij af in de economie. Rabbae werkt in een conservenfabriek en enige tijd bij de V&D. In 1983 wordt hij directeur van het Nederlands Centrum Buitenlanders (NCB).
In 1994 wordt Rabbae Tweede Kamerlid voor GroenLinks. In al het werk toont zich bijzonder sociaal betrokken met mensen in de samenleving voor wie de kansen niet voor het oprapen liggen. Rabbae streed vol vuur tegen racisme en discriminatie.
Wethouder Yvonne van Delft, destijds raadslid: "Mohamed Rabbae was altijd, ook als wethouder in Leiden, een vurig strijder tegen racisme en discriminatie en voorvechter voor kansengelijkheid en solidariteit."
Foto: Jos van Zetten, Amsterdam (2010)