Verslag van het rondetafelgesprek in het kader van Werelddag van de Vluchteling 20 juni 2015

Met de woorden: ‘With courage let us all combine’ opende Diederick van de Walle (Lid PCC GroenLinks Leiden) het ronde tafelgesprek in het kader van Wereld Vluchtelingen Dag 2015. Onder de tiental aanwezigen waren organisaties als STUV Leiden, Amnesty Groep Leiden, het COA Katwijk, het Leidse Raadslid van de GroenLinksfractie Jos Olsthoorn en een uitgeprocedeerde van oorsprong Palestijnse fotojournalist. Met hen is er ruim anderhalf uur een levendig gesprek gevoerd, met als doel inzicht te verkrijgen in het lot van het leven van een vluchteling in Nederland.

De steeds terugkerende thematiek van het gesprek kan vooral worden gevonden de vraag: ‘Hoe ziet het leven van een uitgeprocedeerde vluchteling in Nederland eruit?’. Het was vooral de uitgeprocedeerde vluchteling die hier een goed antwoord op kon geven. Bij zijn aankomst in Nederland, begin jaren ’90 stond dit land bekend om haar democratische waarden. Maar na ruim 10 jaar in Nederland te zijn verbleven gaf hij aan dat zijn vertrouwen in de Nederlandse overheid sinds de jaren 2000 flink is gekelderd, evenals zijn dromen. Waar hij ooit Nederland binnenkwam met als wens hier een nieuw bestaan op te bouwen, is hij nu allang blij met een dak boven zijn hoofd. Zoals zijn huidige situatie, met vier mensen op één kamer. Maar ondanks dit zware bestaan heeft de stad Leiden voor hem altijd als een ‘warm bad’ gevoeld. Waarom precies, vond hij lastig te benoemen. Maar toch is ook in de stad Leiden een verschuiving ten aanzien van de tolerantie naar vluchtelingen zichtbaar geweest. Waar het ooit de slogan ‘Leiden, stad van vluchtelingen’ gebruikte is deze nu ingeruild voor het huidige: ‘Leiden, stad van ontdekkingen’.

Daarnaast werd ook de vraag: ‘Wat is een humaan bestaan?’ behandeld. Het was Friso van STUV Leiden die aangaf dat zelfs wanneer ‘Bed, bad en brood’ wordt aangeboden, de vraag blijft hoe de toekomst van deze mensen eruit ziet. Wat is hun perspectief? En kan dit beleid wel humaan worden genoemd?

Een andere invalshoek werd door COA Katwijk medewerker Saladin Bencherifa geschetst. Hij stelde dat wanneer mensen jaren in Nederland verkeren, zij hun oorspronkelijke identiteit met het land van herkomst verliezen. Illustrerend aan de hand van verkeerschaos in Westerse en niet-westerse landen. Wanneer de uitgeprocedeerde vluchteling naar zijn land van herkomst zal terugkeren, zal hij aan deze verkeerschaos niet meer gewend zijn. Hij is als het ware ‘verwesterd’. Dit heeft niet alleen persoonlijke consequenties, zo stelde Saladin Bencherifa. Het komt in de niet-westerse cultuur voor om mensen die ooit naar Europa zijn afgereisd als vluchteling of voor een beter bestaan, maar die hier niet het geluk en de rijkdom hebben gevonden zoals verwacht, deze mensen als een ‘loser’ te zien. Zij hebben dan als het ware gefaald. Verder stelde Saladin Becherifa dat deze mensen dus nergens echt bij horen. Niet meer bij de cultuur van het land van herkomst, maar ook in de Nederlandse samenleving zijn zij vaak tweede- of derderangs burger. Dit laatste werd door de uitgeprocedeerde vluchteling beaamt. Als uitgeprocedeerde vluchteling leef je vaak op straat en kun je nergens heen. De enige slaapplek die zij hebben is in de dak- en thuislozenopvang.

En dit bestaan, kan door STUV Leiden enigszins naar een hoger niveau worden gebracht stelde Friso. Op moment dat mensen bij hen aankloppen zijn ze verwaarloosd, via STUV Leiden wordt dit aangepakt. Daarnaast wordt ook naar de juridische situatie van de BBB klanten gekeken om een beeld te creëren van wie deze persoon is en wat de mogelijke perspectieven op terugkeer of een hernieuwde procedure zijn. STUV helpt dus maatschappelijk door hen op te vangen, en de kans te geven om zich weer wat meer ‘mens’ te voelen en activiteiten aan te bieden. Maar dit staat in dienst van de juridische begeleiding waarin er naar perspectieven voor de toekomst wordt gekeken, de doelen, dromen en wensen van deze mensen ziet hij echter langzaam inzakken. Als je jarenlang niet mag werken of zelfs maar vrijwilligerswerk mag doen, verdwijnt de ‘wil’ om te werken en de handen uit de mauwen te steken ook langzamer zeker.

En dat is ook wat Marieke Klaassens ziet bij het COA Katwijk. Veel jonge gezinnen, jonge mannen en vrouwen met hun kinderen leven in dit Asielzoekers Centrum. Toch is ook onder vooral de mannen een grote mate van frustratie zichtbaar. De vrouwen zijn blij met deze veilige, schone omgeving waar ze voor hun gezin kunnen zorgen, iets wat zij in het land van herkomst ook zouden hebben gedaan. Dit leven in het COA is voor de mannen een stuk frustrerender, er is nauwelijks werk of perspectief en het gevoel veel minder te kunnen en mogen doen.

Julia de Mooij (lid PCC GroenLinks Leiden)