De gemeente Leiden zou om te beginnen niet meer dan één vergunning voor een gokhal moeten verlenen en dit pas doen als speelautomaten in overige horeca zoveel mogelijk zijn teruggedrongen. Dat zijn de voorwaarden die GroenLinks verbindt aan steun van de partij voor het collegevoorstel om gokhallen in Leiden mogelijk te maken.
Tijdens de vergadering van de raadscommissie Werk en Middelen van 4 juni vroeg het college de commissie of ze voor of tegen wijziging van het huidige beleid zouden zijn. Bij een wijziging zou het mogelijk worden om gokhallen te beginnen Leiden. Hoewel de voorstanders verschillende argumenten, waaronder economische aanvoerde, spitste de discussie zich vooral toe op verslavingsproblematiek in het gokken. Ook voor GroenLinks was dat het belangrijkste punt van zorg.
Een reden om vóór het toestaan van een gokhal te zijn, is dat daar speciaal getraind personeel kan komen te werken, dat dergelijke problemen kan herkennen en weet hoe ermee om te gaan. Dat voordeel zou een gokhal in de ogen van GroenLinks echter alleen hebben als dit gekoppeld wordt aan het terugdringen van losse gokkasten in de horeca, om te beginnen met laagdrempelige horeca, zoals snackbars. In de ogen van GroenLinks kan verslaving juist bij dit soort losse automaten makkelijk ontstaan. Het gokken in een gokhal is bovendien een meer avondvullend programma, waar mensen zo nu en dan voor kunnen kiezen als besteding van een avondje uit.
Tijdens het debat ontstond onduidelijkheid over de mogelijkheden van de gemeente om gokkasten in andere horeca terug te dringen. Momenteel wordt onderzocht of de gemeente aan deze voorwaarde voor steun van GroenLinks kan voldoen. De andere voorwaarde, op dit moment niet meer dan één vergunning uitgeven, werd door de voorstanders omarmd. De positie van GroenLinks is doorslaggevend in de discussie.