Wij Leidenaren wonen in een prachtige stad. Een stad die wij delen met nog zo’n 125.000 andere mensen. Maar wie goed oplet ziet dat wij bij lange na niet de enige inwoners zijn.

Ons habitat (de stad) delen wij met tal van andere soorten organismen. Wij wonen samen met bomen, met vogels en vissen. Maar ook met een veelheid aan insecten, wormen, bacteriën en schimmels. Samen vormen wij ons eigen ecosysteem.

Het programma Leiden Biodivers en Klimaatbestendig

Vorige week nam de raad unaniem het programma Leiden Biodivers en Klimaatbestendig aan. Hierin is het doel gesteld om de biodiversiteit in Leiden te vergroten en te versterken. Dit is voor GroenLinks een hele grote en belangrijke ambitie. Hieronder leg ik je uit waarom.

 

Waarom investeren in biodiversiteit?

Allereerst heeft de natuur een eigen intrinsieke waarde. Dit betekent dat het waardevol is vanuit zichzelf. De natuur heeft bestaansrecht ook zonder dat het economisch ‘zinvol’ is, of op een een andere manier een bepaalde functie verleend voor de mens. Investeren in biodiversiteit is daarom goed omdat dit deze intrinsieke waarde bevestigd.

 

Voor Leiden geldt er echter ook een grote economische reden om te investeren in biodiversiteit. Die reden is klimaatverandering. Voor een goed werkend ecosysteem is het belangrijk om in balans te zijn. Daar hebben we allemaal voordeel van. We kunnen niet zonder elkaar omdat wij als soorten in de stad (en daarbuiten!) met elkaar zijn verbonden. Door de aanplant en groei van bomen vinden dieren bijvoorbeeld een nieuw huis, of voedsel. De mens vindt schaduw en droge voeten, doordat de bomen bij veel regenval het water goed afvoeren en opslaan.

 

De mens heeft de afgelopen decennia veel schade aangericht aan de natuur met een biodiversiteitscrisis tot gevolg (zie bijvoorbeeld: Klimaatverandering is nog niet de helft van ons probleem: we vernielen de levende schil van de aarde). Het aantal soorten neemt af en daarmee ook het aantal ‘individuen’ per soort. Dit maakt soorten kwetsbaar, bijvoorbeeld wanneer het klimaat veranderd. Wanneer het aantal soorten afneemt, is dit voor mensen ook een risico voor onze bestaanszekerheid.

 

Wat gaat Leiden hieraan doen?

Als raadslid had ik het voorrecht om namens GroenLinks Leiden het programma te beoordelen in de gemeenteraad. Wij als gehele fractie vonden het sterk en helder met daarbij een belangrijke rol voor onze eigen nieuwe stadsecoloog. We werden enthousiast van de vele manieren waarop het college de komende jaren gaat investeren in biodiversiteit. Daarin staan vier doelstellingen centraal: behouden, verbinden en creëren van (nieuwe) leefgebieden en bewustwording van inwoners. Dit gaan we doen door bijvoorbeeld ecologisch beheer toe te passen, van bermen en gazons bloemenzeeën te maken en te onderzoeken hoe we onze straatverlichting moeten aanpassen zodat dieren daar het minst door worden gestoord.

Met mijn persoonlijke voorliefde voor bijen ben ik bijvoorbeeld blij dat het college het VCA-keurmerk krijgt. Dit keurmerk wordt uitgegeven voor het behoud van bijen en andere bestuivers. Zo gaat het college onderzoeken waar er nog kansen liggen voor bijen als onderdeel van het Groene Cirkel Bijenlandschap. Zij heeft al aangegeven positief te staan tegenover de benoeming van park Matilo tot een ‘bijenreservaat’ of ‘insectenreservaat’! Die ontwikkeling houd ik dus in de gaten.

Ook was ik blij dat het college en andere partijen uit de raad onze motie “pionieren met vegetatie”‘ steunden. Met deze motie wordt er (nog) meer vrije ruimte aangewezen voor de natuur om zichzelf te versterken. Deze ‘kale stukken’ zullen zichzelf ontplooien tot interessante stukken stadsnatuur. Van dit proces kunnen hopelijk scholieren en studenten dan weer gebruik maken voor het doen van veldonderzoek.

Samen maken we Leiden Biodivers en Klimaatbestendig!