Donderdag 9 juli j.l. werd in de gemeenteraad de door GroenLinks Leiden ingediende motie ‘geen kosten aanvraag omgevingsvergunning zonnepanelen’ met een ruime meerderheid aangenomen. Deze motie zal ingevuld worden bij het opstellen van de Leidse ‘Duurzaamheidsagenda 2016-2020’, waarin hopelijk nog meer maatregelen zullen staan die het plaatsen van zonnepanelen stimuleren. Want het is duidelijk dat er nog veel moet gebeuren om van Leiden een werkelijk duurzame stad te maken.
Met name op het gebied van duurzaam energiebeleid doet Leiden het op dit moment slecht. Van alle 393 Nederlandse gemeentes staat Leiden vrijwel onderaan [385] in het overzicht van geïnstalleerd vermogen van zonnepanelen per inwoner. Daarom stelde GroenLinks donderdag in de raad voor om de aanvraag van een omgevingsvergunning voor zonnepanelen in Leiden gratis te maken. De motie, die mede ondertekend was door D66, PvdD en SP, werd breed gesteund.
Met name voor Leidenaren die binnen het beschermd stadsgezicht wonen is dit goed nieuws. Vooral zij zijn verplicht zo’n vergunning aan te vragen terwijl de kans op het niet afgeven van een vergunning juist daar het grootst en bovendien twee keer zo duur is als in andere delen van de stad. Een vergunningsaanvraag kost overigens niet heel veel geld, zo’n € 75.= voor een aanvraag binnen beschermd stadsgezicht, maar daar gaat het GroenLinks ook niet om. Elke maatregel die mogelijke barrières voor het plaatsen van zonnepanelen wegneemt, is immers meegenomen. In 2014 werd al een motie van GroenLinks aangenomen waarin gevraagd werd een wijziging van de welstandsnota voor te bereiden die plaatsing van zonnepanelen op meer locaties binnen het beschermd stadsgezicht mogelijk maakt.
In het najaar wordt de ‘Duurzaamheidsagenda 2016-2020’, nu vrij voor inspraak, in de gemeenteraad besproken. GroenLinks verwacht hier veel van en zal dan uiteraard met meer voorstellen komen die een bijdrage kunnen leveren aan een duurzamer Leiden en daarmee aan het bereiken van de belangrijke doelstellingen uit het Energieakkoord 2103.