Want hoewel wij allemaal heel graag zouden willen dat het speelveld gelijk is, en dat we allemaal vanaf hetzelfde startpunt beginnen, is niks minder waar. Nergens ter wereld, niet in ons land, en helaas ook niet in onze stad. Er zijn namelijk talloze factoren en dingen die voor een groot deel voor ons bepalen hoe ons pad er uit gaat zien. Dat we een paar stappen achterlopen vanaf het startpunt, of juist paar stappen voor.
Terwijl de één opgroeit in een fijne, liefdevolle en veilige thuissituatie, groeit een ander op in een huis vol geschreeuw, druk en geweld.
Terwijl de één opgroeit met universitair geschoolde ouders die kunnen helpen met school en later bijvoorbeeld met het schrijven van een motivatiebrief, groeit een ander op met ouders die geen opleiding hebben afgerond en daardoor zelf een niet-passend niveau als schooladvies krijgt.
Terwijl de één opgroeit met rijke ouders die je kunnen voorzien van goede gezonde maaltijden, groeit een ander op met een lege broodtrommel en met pasta met alleen boter en kruiden voor avondeten.
Terwijl de één opgroeit in een huis vol met boeken, groeit een ander op met een taalachterstand.
Terwijl de één opgroeit mét ouders, groeit de ander op zonder.
En terwijl ik het lijstje voor deze speech in de raad aan het maken was werd deze zo lang, dat zelfs de ruime spreektijd die ik had niet genoeg zou zijn geweest. Allemaal verschillen die al in de vroege jaren spelen, terwijl een kind daarbij nooit een keuze of zeggenschap heeft gehad.
Dit onderwerp heeft voor mij toch wel een bijzondere plek, omdat ook ik niet ben opgegroeid met alle kansen van de wereld. En ik zeg dat niet om zielig te doen, of omdat ik mijn schaamte probeer goed te praten dat ik al bijna 9 jaar over m'n studie doe, maar om zowel een stukje perspectief te bieden over hoe ongelijk het speelveld is, als ook om niet altijd over cijfertjes en over 'een ander' te hebben maar ook voor een stukje vertegenwoordiging.
Ik groeide op in een Vogelaarwijk, door de een ook wel een probleemwijk of achterstandswijk genoemd, of door een ander een krachtwijk of aandachtswijk. Een deel van mijn jeugd groeide ik op onder de armoedegrens, met praktisch opgeleide ouders, en daarbovenop ook een migratieachtergrond. Ik ben opgegroeid in een sociale huurwoning, en liep al snel een taalachterstand op in vergelijking tot mijn leeftijdsgenoten, waarbij ik in de brugklas op havo/vwo een achterstand had van 10.000 woorden. En dat was allemaal alleen op basis van wie mijn ouders zijn en de beperkte keuzes die zij daarbij hadden, en het gevolg van bepaalde structurele en institutionele oorzaken die indirect van invloed waren op onze kansen in het algemeen.
Daar bovenop was er ook directer overheidsbeleid wat invloed had op onze kansen. Zoals dat mijn ouders op een dag te horen kregen dat ze tot bijna 10.000 euro aan toeslagen moesten terug betalen, omdat ze schuldig zouden zijn van fraude. Het bleef bij ons uiteindelijk gelukkig bij een kleine duizend euro, en dit probleem eindigde jaren later met een excuses door de staat en kwam onder de publieke aandacht breder bekend te staan als de toeslagenaffaire.
Ook ik toen ik als eerste generatie student begon te studeren viel ik net in het leenstelsel, wat heeft geleid tot tienduizenden euro's aan studieschuld waarmee ik ook bijvoorbeeld geen keuze meer heb over het hebben van een eigen woning en jarenlang een schuld moet terugbetalen. En let wel, ik was een alles behalve schrijnend geval; er zijn kinderen en jongeren die opgroeien met nog veel minder kansen, veel minder mogelijkheden en meer moeilijkheden.
Daarom is het ook zo mooi om te zien dat wij als gemeente met dit raadsvoorstel dit probleem erkennen. Dat niet iedereen een keuze heeft, en dat voor genoeg Leidenaren die keuzes worden beperkt door de kansen die zij hebben. En dat wij als gemeente een visie willen opstellen en ongelijk willen investeren in gelijke kansen. Maar het benoemen, focussen en aanpakken van de structurele oorzaken van kansenongelijkheid hoort wel een cruciaal onderdeel te zijn van deze visie. Uit onderzoek komt ook duidelijk naar voren dat kansenongelijkheid structurele oorzaken heeft, en om écht stappen te zetten deze systeembarrières aangepakt moeten worden.
Daarom dienden wij tijdens de bespreking van dit raadsvoorstel een amendement in om deze focus ook explicieter vast te leggen in de visie, zodat toekomstig beleid en uitvoeringsagenda's ook echt worden opgesteld met een focus op structurele problemen en te breken met institutionele barrières. Met de uiteindelijke hoop dat we met dit raadsvoorstel en toekomstige voorstellen het speelveld iets meer gelijk trekken, zodat iedereen dezelfde kansen heeft om zijn eigen levensloop vorm te kunnen geven.