Toch is het voor veel LHBTI+-personen [1] - en met name -jongeren - niet vanzelfsprekend dat zij veilig en met plezier kunnen sporten. Voor hen voelt het sportveld, de kleedkamer en de sportvereniging soms onveilig.
Dat kan zijn omdat er gescholden wordt met ‘homo’ of ‘mietje’ zonder dat een coach of scheidsrechter ingrijpt. Of omdat er pesterijen of buitensluiting plaatsvinden vanwege een andere seksuele voorkeur of genderidentiteit [2].
Zo blijkt dat het aantal LHB-personen [3] dat wekelijks sport ongeveer even groot is als gemiddeld over de gehele bevolking, maar het sportclublidmaatschap ligt bij deze groep wel veel lager dan gemiddeld (19% tegen 28% bevolkingsbreed) [4].
Gemeente Leiden, maatschappelijke organisaties en Leidse sportwereld willen sporten stimuleren [5]. Daarom wordt een inclusieve sportbeoefening bevorderd met waardering voor diversiteit [6] waaraan iedereen kan meedoen en wordt geaccepteerd, en wordt discriminatie aangepakt.
In het Programma Leiden Inclusief staat dat Leiden gaat werken aan “het stimuleren van programma’s in het onderwijs, sport- en maatschappelijke instellingen, die bijdragen aan het bevorderen van inclusie en waardering van diversiteit.”
Vandaag op 11 oktober is het Coming Out Dag. Een dag waarop wereldwijd extra aandacht is voor zichtbaarheid, acceptatie en gelijke rechten voor LHBTI+-personen. En dat is ook in 2022 helaas nog steeds nodig. Enkele cijfers [7] over de houding van sporters t.o.v. LHB of T-personen:
- Mannelijke teamsporters geven bijna twee keer zo vaak als andere sporters aan, dat in hun sportgroep regelmatig grappen of negatieve opmerkingen worden gemaakt over homoseksualiteit
- 70% van de Nederlanders vindt dat scheidsrechters moeten ingrijpen als sporters ‘homo’ of ‘mietje’ als scheldwoord gebruiken in de sport. Onder mannelijke teamsporters onderschrijft minder dan 50% de noodzaak van ingrijpen.
- Meer dan 25% van alle verenigingssporters maar slechts 10% van de mannelijke teamsporters is voorstander van sekseneutrale toiletten en kleedruimtes in sportaccommodaties.
- Clubbestuurders oordelen positiever over homo-acceptatie in hun vereniging en sport dan sporters.
Op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde stellen de leden Van Spronsen, Hoogeboom en Van Vliet het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden de volgende vragen:
-
Is het College het met de indieners eens dat iedereen in Leiden veilig en plezierig in teamverband moet kunnen sporten en dat sportverenigingen de belangrijke taak hebben om een veilig en inclusief sportklimaat te realiseren? Zo nee, waarom niet?
-
De gemeente voert gesprekken met sportverenigingen in samenwerking met o.a. het COC. Deze gesprekken moeten leiden tot een convenant of afsprakenreeks voor een veilig en inclusief sportklimaat. Hoe staat het met de voortgang van deze gesprekken en wanneer verwacht het College het resultaat te kunnen presenteren?
-
Zitten alle Leidse sportverenigingen aan tafel? Zo niet, welk percentage betreft het? Welke stappen kan het College zetten om te waarborgen dat alle sportverenigingen aan de slag gaan met initiatieven die zorgen voor een veilig en inclusief sportklimaat?
De indieners verwachten dat er met de afspraken extra inspanningen wordt gevraagd van sportverenigingen. Het is daarbij goed om te erkennen dat sportclubs soms al onder druk staan om sportactiviteiten te organiseren, mede door bijvoorbeeld de terugloop in het aantal vrijwilligers.
Om te waarborgen dat er op alle verenigingen aandacht komt voor gelijke behandeling en acceptatie, het tegengaan van discriminatie en de waardering van verschillen, vinden de indieners het belangrijk dat de gemeente en maatschappelijke organisaties de verenigingen op een passende manier ondersteunen bij de opgaven die hierbij komen kijken.
-
Is het College het met de indieners eens dat sportverenigingen op een passende manier ondersteund dienen te worden zodat zij ook in staat worden gesteld daadwerkelijk aan de slag te gaan met de afspraken?
-
Is het College bereid om in de eerdergenoemde gesprekken met sportverenigingen afspraken op te nemen over wat de gemeente en de sportverenigingen samen kunnen doen om veilig en inclusief sporten voor LHBTI+ personen te bevorderen? Zo nee, waarom niet?
Noten:
[1] LHBTI+ staat voor lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender, intersekse en de + voor verschillende maar niet alle groepen niet-hetero- en niet-cisgenderpersonen.
[2] Genderidentiteit, zie: www.cocleiden.nl/abc
[3] Naar transgenderpersonen verwijst dit onderzoek niet
[4] https://www.sportenbewegenincijfers.nl/beleid/sportakkoord/inclusief-sporten#Clublidmaatschap
[5] https://www.kennisbanksportenbewegen.nl/?file=9726&m=1572514218&action=file.download
[6] Programma Leiden Inclusief, pagina 29
[7] https://www.mulierinstituut.nl/onderzoeksthemas/diversiteit/gender-en-seksuele-voorkeur/